Met de nodige aandacht is in april 2015 de Bankierseed geïntroduceerd. Inmiddels heeft de tuchtraad haar eerste uitspraken op basis van deze eed gedaan. Hieruit blijkt dat de bankierseed meer is dan een formaliteit. In dit artikel bespreken we de impact van de bankierseed.
Bankmedewerkers leggen verplicht de Bankierseed af wanneer zij in dienst komen bij een bank. Zij beloven zich te houden aan de daaraan verbonden Gedragscode. Zo wordt onder andere beloofd integer te werken en het klantbelang centraal te stellen. De impact van de invoer van de bankierseed voor bankmedewerkers zit vooral in het feit dat zij door de eed onder het tuchtrecht vallen. Dit betekent dat zij persoonlijk kunnen worden aangesproken bij overtreding van de gedragscode. Klanten en werkgevers kunnen een klacht over een individuele medewerker voorleggen aan de Tuchtcommissie. De commissie beoordeelt vervolgens of de klacht terecht is en of er een straf volgt.
Inmiddels heeft de Tuchtcommissie meerdere uitspraken gedaan. We bespreken een drietal interessante zaken.
Na het opnemen van € 200.000 aan contanten is een klant van bank X overvallen. Uit intern onderzoek door de bank komt naar voren dat medewerkster Y vlak daarvoor de gegevens van deze klant heeft bekeken, zonder dat daarvoor een zakelijke aanleiding is. Ook andere klantgegevens van vermogende klanten die contante geldbestellingen hebben gedaan, worden door dezelfde medewerkster bekeken. De gegevens worden genoteerd in een notitieblok en daarna doorgehaald, zodat ze onleesbaar worden. De medewerkster wordt ontslagen, opgenomen in het incidentenregister en EVA en de bank dient een klacht tegen haar in bij de stichting Tuchtrecht Banken.
De medewerkster verdedigt zich door te stellen dat iemand anders op haar account klantgegevens heeft ingezien en genoteerd. Iemand anders zou ook de notities hebben doorgehaald. De werkwijze is echter dat wordt ingelogd met een persoonlijke pas in het toetsenbord. Bij het verlaten van de werkplek moet deze pas worden meegenomen. Betreffende medewerkster vergat dat weleens, maar weet niet precies wanneer en hoe vaak.
De tuchtraad acht de versie van de medewerkster niet waarschijnlijk en oordeelt dat de medewerkster de Bankierseed en de daaraan verbonden gedragscode, artikel 1 (integer en zorgvuldig werken) en 4 (naleven van de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden) heeft geschonden.
De Tuchtcommissie acht het niet bewezen dat zij de gegevens met derden heeft gedeeld of dat ze een rol speelde bij de overval. Ze heeft een beroepsverbod gekregen voor zes maanden. De periode is mede gerelateerd aan het feit dat ze al was ontslagen en dat het door opname in de registers sowieso onwaarschijnlijk is dat ze de komende jaren een baan krijgt in de financiële dienstverlening.
Op verschillende momenten probeert bank Z contact te leggen met een klant. Omdat de klant onbereikbaar is blokkeert bankmedewerker W de betaalpas van de klant. Na een dag neemt de klant contact op. Een andere medewerker constateert dat de blokkade onterecht is en heft de blokkade op. Vervolgens biedt de bank en de medewerker die de pas heeft geblokkeerd de excuses aan de klant aan. De klant dient een klacht in bij de stichting Tuchtrecht Banken.
De medewerker verdedigt zich door te stellen dat hij bang was voor misbruik door een derde. De pas werd immers wel gebruikt, maar contact met de klant was niet mogelijk. Dit argument vindt de Tuchtcommissie onvoldoende om de pas te blokkeren, vooral omdat er geen sprake was van ongebruikelijk betalingsverkeer.
De commissie oordeelt dat de bankierseed en de bijbehorende gedragscode, artikel 1, 4 en daarnaast artikel 3 (de bankmedewerker stelt de belangen van de klant centraal) is geschonden. Omdat het een eenmalige fout is en omdat de bankmedewerker excuses heeft aangeboden en inziet dat hij onjuist heeft gehandeld, is de fout onvoldoende ernstig om tuchtrechtelijk ingrijpen te rechtvaardigen.
Een bankmedewerker ontvangt een bedrag van € 2.450 op zijn privé bankrekening. Dit bedrag is afkomstig van een zakelijke klant van de bank waar de bankmedewerker werkt. De overboeking is gedaan door de vriendin van de bankmedewerker, die weer werkzaam is bij de klant van de bank. De overboeking is onterecht, het bedrag is niet voor de bankmedewerker bedoeld. De bankmedewerker boekt het geld direct over naar andere privérekeningen, waaronder die van zijn vriendin. De zakelijke klant verzoekt het geld terug te boeken, maar dit doet de bankmedewerker pas nadat de bank een fraudeonderzoek instelt. De bank dient zelf een klacht in over de medewerker bij de Tuchtcommissie. In eerste instantie heeft de Tuchtcommissie de klacht niet-ontvankelijk verklaard omdat het zou gaan om een privé-handeling. Hiertegen is beroep aangetekend bij de Commissie van Beroep.
Zij vindt de klacht wél gegrond. Hoewel het handelen van de medewerker buiten de eigenlijke uitoefening van zijn functie valt, heeft het volgens de Commissie van Beroep wel degelijk raakvlakken met de bank: de benadeelde is een klant van de bank en de medewerker maakt gebruik van rekeningen van hemzelf bij diezelfde bank.
Volgens de Commissie van Beroep overtreedt de medewerker regel 1 en 6 van de gedragscode. Zijn handelswijze is niet integer en niet zorgvuldig. Ook tijdens persoonlijk betalingsverkeer wordt integer en zorgvuldig handelen verwacht. Als klanten van de bank weten dat een medewerker zich zo gedraagt tijdens privétijd, willen zij hun bankzaken niet door deze bankmedewerker laten regelen. Dat de medewerker tijdens het hele traject geen openheid van zaken heeft gegeven, doet de zaak ook geen goed.
Hoewel de klacht nu wel gegrond is verklaard, is er alsnog geen sanctie opgelegd. De Commissie beseft dat er onduidelijkheid kan bestaan over de reikwijdte van de bankierseed. Daarnaast is de bankmedewerker al gestraft door de beëindiging van zijn opdracht.
De bankierseed heeft zijn werking en toetst of medewerkers van een bank handelen volgens de gedragscode. De uitspraken geven betekenis aan de algemeen omschreven regels van de gedragscode.
Wanneer iemand de gedragscode willens en wetens overschrijdt, beseft diegene waarschijnlijk heel goed waarmee hij bezig is. Maar lang niet altijd is er sprake van een bewuste overtreding. Handelingen die je misschien dagelijks en/of met de beste bedoelingen doet, kunnen toch tot een overtreding van de regels leiden. En ingeslopen onzorgvuldigheden, zoals het niet meenemen van een inlogpas, kunnen zomaar grote gevolgen hebben.
Bewustzijn is belangrijk, bewust bezig zijn met wat je doet en laat, en alert blijven op de regels en daarmee op het belang van de klant.