Excessief lenen bij eigen vennootschap

In het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is geregeld dat een aanmerkelijkbelanghouder vanaf 2023 belasting betaalt over zijn schulden bij de eigen vennootschap indien deze schulden hoger zijn dan € 500.000. Eigenwoningschulden in box 1 die bij de eigen vennootschap zijn afgesloten, vallen daar niet onder. De bovenmatige schuld van de aanmerkelijkbelanghouder wordt in box 2 belast.

Fiscaal partners

Als de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder en/of zijn fiscaal partner in totaal meer dan € 500.000 bedragen, wordt de belastingheffing bij de belastingplichtige en zijn partner gezamenlijk in aanmerking genomen. Het is daarbij niet relevant of de belastingplichtige of zijn partner de schulden aangingen. Ook is het niet relevant of de schulden behoren tot het individuele vermogen van de belastingplichtige of van zijn partner. Door middel van deze maatregelen wordt voorkomen dat deze regeling wordt omzeild door een partner de lening aan te laten gaan.

Aangaan fiscaal partnerschap

Bij het aangaan van een fiscaal partnerschap doen zich mogelijk complicaties voor. Dit is het geval indien beide personen een schuld hebben aan een vennootschap. Het aangaan van een fiscaal partnerschap kan in dat geval leiden tot belastingheffing in box 2, zonder dat de situatie wezenlijk veranderd.

Voorbeeld
Hans en Loes wonen een aantal jaar samen in de woning van Hans. Er is geen samenlevingscontract. Hans heeft aandelen in Advies BV. Hans heeft een schuld van € 500.000 aan Advies BV. Loes heeft aandelen in Marketing BV. Loes heeft een schuld van € 300.000 aan Marketing BV. Hans en Loes zijn geen fiscaal partner. Ze hebben ieder een afzonderlijke drempel van € 500.000. Er is in dit geval geen bovenmatige schuld.

Hans en Loes gaan trouwen. Door het aangaan van een huwelijk worden ze fiscaal partner. Ze hebben hierdoor een gezamenlijke drempel van € 500.000. Het gezamenlijke bovenmatig deel van de schulden bedraagt € 300.000 (€ 800.000 minus € 500.000). Het maakt niet uit of beide personen ieder een eigen vennootschap hebben. Het box 2-inkomen is een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel.

Door het aangaan van het huwelijk worden partners mogelijk geconfronteerd met een additionele belastingheffing. Dit is natuurlijk ook het geval als een fiscaal partnerschap op een andere wijze tot stand komt.

Let op:
Het box 2-inkomen is een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel. Partners kunnen zelf de onderlinge verhouding aangeven in de belastingaangifte. Er moet dan wel rekening gehouden met dat het betalen van de totale box-2 heffing mogelijk kan leiden tot een schenking aan de partner. Hierdoor dient mogelijk schenkbelasting betaald te worden.

Beëindigen fiscaal partnerschap

Ook bij het beëindigen van een fiscaal partnerschap doen zich mogelijk complicaties voor. Als een bovenmatige schuld belast is geweest, kan er op een later moment een negatief fictief regulier voordeel ontstaan. Het negatief voordeel bedraagt maximaal de in eerdere jaren belaste bovenmatige schuld. Aan wie van de partners komt dit negatief bedrag toe? En hoe hoog is dit bedrag dan?

In het wetsvoorstel is opgenomen dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld in geval de belastingplichtige niet gedurende het gehele kalenderjaar dezelfde partner heeft. Vooralsnog is de invulling hiervan onbekend.

Kennis op peil houden

Bovenstaand voorbeeld laat zien dat het van belang is dat je je kennis actueel houdt. Op die manier kun jij je klanten optimaal adviseren en begeleiden bij zijn of haar (financiële) doelen en wensen.

Wil je meer weten over de actualiteiten rondom dit wetsvoorstel of andere actualiteiten die van belang zijn voor de DGA, en hoe je deze bespreekbaar maakt? In de tweedaagse opleiding PE FFP 2021-2021 - DGA komen onder andere deze onderwerpen uitgebreid aan bod.