Sinds 1 mei 1995 is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) van toepassing. Deze wet regelt de verdeling van ouderdomspensioen bij echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap. Om meerdere redenen is deze wet aan vernieuwing toe. Eind 2019 werd er daarom een nieuw wetsvoorstel gepubliceerd: de Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021 (Wet VP). Deze treedt waarschijnlijk op 1 januari 2021 in werking. In dit artikel lees je wat er gaat veranderen. Daarnaast gaan we in op de vraag of de komst van deze nieuwe wet een reden is om nog (snel) onder de huidige wetgeving uit elkaar te gaan of om hiermee juist te wachten.
Pensioenaanspraken vallen niet in de (beperkte) gemeenschap van goederen, maar moeten worden verevend conform de Wet VPS en de Pensioenwet (PW). De Wet VPS is regelend recht waarvan je kunt afwijken in de huwelijkse voorwaarden en/of het echtscheidingsconvenant. Als de pensioenuitvoerder binnen twee jaar na de scheiding het verzoek voor verevening ontvangt, is deze verplicht hieraan mee te werken. De ex-partner krijgt zijn/haar deel op pensioendatum rechtstreeks uitgekeerd door de pensioenuitvoerder. Wordt het verzoek later dan twee jaar na de scheiding ingediend? Dan zijn er twee mogelijkheden:
In dit laatste geval dient de ex-partner zijn/haar deel op de oorspronkelijke deelnemer te verhalen.
Verschillende redenen gaven aanleiding om de Wet VPS te evalueren:
Om de in de vorige alinea genoemde redenen was de Wet VPS aan vervanging toe. De Wet VP wordt van toepassing op echtscheidingen die plaatsvinden na de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet (naar verwachting 1 januari 2021). Wat verandert er vanaf het moment dat deze nieuwe wetgeving in werking treedt?
Allereerst hoeft de ex-partner de echtscheiding voortaan niet meer te melden aan de pensioenuitvoerder. De Basisregistratie Personen (BRP) meldt de echtscheiding automatisch aan de pensioenuitvoerder en die onderneemt actie richting beide ex-partners.
Wat ongewijzigd blijft, is de verdeling van het ouderdomspensioen: beide ex-partners houden recht op 50% van het ouderdomspensioen dat tijdens de huwelijkse periode is opgebouwd. De verdeling van het partnerpensioen wijzigt na invoering van de nieuwe wetgeving wél: het partnerpensioen dat op kapitaalbasis wordt opgebouwd tijdens de huwelijkse periode komt voortaan voor 50% aan beide ex-partners toe. In de huidige Pensioenwet (PW) wordt het partnerpensioen nog volledig aan de ex-partner toegewezen. Het betreft hier 100% van het partnerpensioen dat op de echtscheidingsdatum is opgebouwd; dit is dus inclusief het partnerpensioen over de voorhuwelijkse periode.
De helft van de tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen (mits opgebouwd op kapitaalbasis) wordt automatisch omgezet in een eigen pensioenaanspraak op het leven van de ex-partner. Conversie wordt dus de standaard. Het grote voordeel van conversie is dat dit de banden tussen de ex-partners voor wat betreft de pensioenaanspraken verbreekt. De ex-partners kiezen ieder een eigen pensioenleeftijd, beleggingsmix en wel of geen hoog-laag constructie. Als er sprake is van waardeoverdracht in het kader van een nieuwe baan, is het mogelijk om de geconverteerde aanspraken over te dragen naar de nieuwe pensioenregeling.
Nadat de pensioenuitvoerder de melding van de echtscheiding ontvangt vanuit de BRP, krijgen beide ex-partners door wat de gevolgen zijn van de scheiding voor de pensioenaanspraken. Ook vernemen zij op dat moment de mogelijkheid om van de standaard conversie af te wijken en voor een andere verdeling te kiezen. Hiervoor krijgen zij een reactietermijn van zes maanden, die met zes maanden kan worden verlengd als een van de ex-partners daarom verzoekt. Is er al een verzoek tot waardeoverdracht ingediend? Dan wordt dit tijdens de verlengde reactietermijn opgeschort. Maken de ex-partners binnen de reactietermijn geen afwijkende afspraken kenbaar? Dan gaat de pensioenuitvoerder over tot conversie.
Als er sprake is van scheiding van tafel en bed of als de scheiding in het buitenland plaatsvindt, meldt de BRP de scheiding niet automatisch aan de pensioenuitvoerder. In deze situaties blijft de verevening uit de wet VPS van kracht. Ongehuwd samenwonenden die uit elkaar gaan, vallen niet onder de Wet VPS of de Wet VP. De ex-partner krijgt op grond van de PW echter wel aanspraak op bijzonder partnerpensioen.
Net zoals onder de huidige wetgeving, blijft het onder de nieuwe Wet VP mogelijk om afwijkende afspraken te maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het afzien van conversie of kiezen voor een andere verdeling van de pensioenaanspraken dan de standaard 50/50 verdeling over de huwelijkse periode. Ex-partners kunnen er zelfs voor kiezen om de Wet VP volledig buiten werking te stellen, als zij bijvoorbeeld beiden pensioen hebben opgebouwd. Ook is het mogelijk om alleen het ouderdomspensioen in de conversie te betrekken. Op die manier blijft er een recht op bijzonder partnerpensioen bestaan (mits het partnerpensioen op kapitaalbasis is gefinancierd). De ex-partner dient in dit geval een verzoek in bij de pensioenuitvoerder om het partnerpensioen buiten de conversie te houden. Ex-partners moeten de afspraken over het afwijken van de wettelijke regeling in de huwelijkse voorwaarden of in het scheidingsconvenant vastleggen.
Zowel de huidige als de nieuwe wetgeving biedt ruimte om maatwerk in de afspraken tussen de ex-partners vast te leggen. De komst van nieuwe wetgeving is daarom geen reden om versneld of juist langzamer uit elkaar te gaan. In zijn algemeenheid geldt dat het heel belangrijk is om vroegtijdig na te denken over de consequenties van een relatiebreuk. Adviseer je klanten daarom altijd om bij voorkeur op voorhand vast te leggen hoe zij zaken geregeld willen hebben als ze onverhoopt uit elkaar gaan.
De pensioenuitvoerder neemt onder de nieuwe wetgeving automatisch contact op met de ex-partners. De ex-partners krijgen op dat moment informatie over de standaard conversie en de mogelijkheden om hiervan af te wijken. Omdat er meer wordt gecommuniceerd dan voorheen, ontvang je mogelijk ook meer vragen van jouw klanten.
Verder is het van belang jouw klanten duidelijk uit te leggen dat er bij (standaard) conversie geen bijzonder partnerpensioen meer tot uitkering komt als de oorspronkelijke deelnemer komt te overlijden. Bestaan er alimentatieverplichtingen? Dan komen die na het overlijden van de oorspronkelijke deelnemer te vervallen en daar komt dan dus geen bijzonder partnerpensioen voor in de plaats. De ex-partner kan er daarom voor kiezen om het partnerpensioen buiten de conversie te houden. Belangrijk is dat deze keuze binnen zes maanden wordt doorgegeven aan de pensioenuitvoerder. Is deze keuze niet (tijdig) gemaakt of is er om een andere reden geen recht op een bijzonder partnerpensioen (bijvoorbeeld omdat het partnerpensioen was verzekerd op risicobasis)? Informeer je klant dan over de financiële gevolgen van het eventueel wegvallen van de (partner)alimentatie. Zeker wanneer er bij de financiering van een nieuwe woning rekening is gehouden met de ontvangst van alimentatie, is het raadzaam om hier een voorziening voor te treffen. Royeer bij een relatiebreuk dus niet te snel de bestaande overlijdensrisicoverzekeringen of sluit een nieuwe als de klant het wegvallen van de partner- (en eventuele kinder)alimentatie financieel niet kan opgevangen als de oorspronkelijke deelnemer komt te overlijden.
Voor partners is een echtscheiding niet alleen emotioneel een zwaar proces. Ook financieel heeft een echtscheiding grote gevolgen. Als financieel adviseur ben jij bij uitstek in staat om de klant te begeleiden in de financiële aspecten rondom echtscheiding. Het maken van een goed financieel overzicht van de pensioensituatie na de relatiebreuk is hier een belangrijk onderdeel van.