Terug naar het overzicht

Afbouw fiscaal voordeel betaalde partneralimentatie vanaf 1/1/20

Met Prinsjesdag 2019 in zicht, zijn de ogen steeds meer gericht op de te verwachten wijzigingen in de belastingen vanaf 2020. Eén belangrijke wijziging in de inkomstenbelasting is vorig jaar al aangenomen: de afbouw van het fiscaal voordeel over een aantal aftrekposten. Met als einddoel dat er in 2023 alleen nog recht bestaat op teruggaven tegen het laagste IB-tarief. Deze aftrekbeperking heeft de komende jaren ook invloed in de scheidingspraktijk. Alimentatieplichtigen worden, naast de wijziging van de maximale duur van de alimentatieplicht, geconfronteerd met een daling van het netto inkomen. Wat zijn hiervan de gevolgen voor de alimentatieplicht?

10-09-2019
Paul P. van der Ploeg RFEA
10 minuten

Laten we eens beginnen om te bekijken hoe de (verdere) afbouw van het fiscaal voordeel over een aantal aftrekposten er de komende jaren uit ziet. Sinds 1 januari 2014 is het fiscaal voordeel over de rente en kosten van de eigenwoningschuld stapsgewijs afgebouwd naar maximaal 49% (correctie 4e schijf met 2,75%) voor 2019. Vanaf 1 januari 2020 wordt de afbouw van het fiscaal voordeel over de rente en de kosten van de eigenwoningschuld versneld. Daarnaast wordt de aftrekbeperking vanaf deze datum ook ingevoerd voor een aantal andere aftrekposten:

  • ondernemersaftrek;
  • MKB-winstvrijstelling (mits winst uit onderneming -/- ondernemersaftrek positief is);
  • terbeschikkingstellingsvrijstelling (mits resultaat uit terbeschikkingstellingsvrijstelling positief is);
  • persoonsgebonden aftrek (waaronder betaalde partneralimentatie en het restant van de persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren).

De aftrekbeperking geldt niet voor uitgaven voor inkomensvoorzieningen (onder andere premie lijfrente en AOV).
 
In de komende jaren wordt het fiscaal voordeel jaarlijks verder afgebouwd, totdat in 2023 het fiscaal voordeel altijd gelijk is aan het tarief in de eerste schijf (afbouw 12,45%, tarief 37,05%1).

Wat betekent dit voor een gescheiden IB ondernemer?

Maarten is ondernemer en in 2018 gescheiden. Hij heeft jaarlijks een bruto winst uit onderneming van € 120.000. Maarten betaalt een jaarlijkse lijfrentepremie van € 8.000 en € 18.000 aan partneralimentatie. De WOZ-waarde van zijn eigen woning bedraagt € 400.000. De aftrekbare hypotheekrente bedraagt jaarlijks € 12.000.

In onderstaande tabel1 wordt duidelijk wat het effect is van de afbouw van het fiscaal voordeel van een aantal van de hierboven genoemde aftrekposten (waaronder de betaalde partneralimentatie):

Door de aftrekbeperking op de betaalde partneralimentatie, rente van de eigenwoningschuld, MKB-winstvrijstelling en ondernemersaftrek neemt de door Maarten verschuldigde inkomstenbelasting toe van € 2.065 naar € 5.638.

Aftrekbeperking reden tot wijziging van partneralimentatie?

Een wijziging van het netto inkomen van de alimentatieplichtige (en daarmee van zijn draagkracht) is wettelijk een reden tot wijziging van een bestaande onderhoudsverplichting (artikel 1:401 BW). In eerste instantie lijkt het dan ook logisch dat de beperking van de aftrek aanleiding geeft tot het verlagen van de te betalen bruto partneralimentatie. De werkelijkheid kan echter vaak anders zijn.

De beperking van de aftrek is onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen, waaronder ook het verlagen van de IB-tarieven van de 2e en 3e schijf valt. Hierdoor wordt het negatieve effect van de aftrekbeperking op het netto inkomen in de meeste situaties grotendeels of geheel teniet gedaan. Een verzoek tot verlaging van de partneralimentatie op grond van de beperking van de aftrek zal dan ook niet snel worden gehonoreerd. Dit terwijl de alimentatieplichtige er feitelijk wel financieel op achteruit gaat. Tot het pakket aan maatregelen behoort namelijk ook een aantal lastenverzwaringen zoals de verhoging van de energieheffingen en de BTW. Deze stijging van de lasten wordt helaas slechts beperkt (in de gehanteerde bijstandsnorm) meegenomen in de berekening van de draagkracht van de alimentatieplichtige.

Gevolgen voor de adviespraktijk

De komende periode wordt in diverse media uitgebreid aandacht besteed aan Prinsjesdag en de fiscale wijzigingen per 1 januari 2020. Klanten zullen daarom naar verwachting de komende periode de nodige vragen stellen over de gevolgen van de beperking van het fiscale voordeel over betaalde partneralimentatie.
 
Alimentatieplichtigen zullen al snel van mening zijn dat zij recht hebben op een verlaging van de te betalen alimentatie. Het is belangrijk dat je voor jouw klanten inzichtelijk maakt wat in totaliteit de gevolgen van de fiscale wijzigingen voor het inkomen worden. Zoals hierboven toegelicht, zal een verzoek tot verlaging in veel gevallen geen grote kans van slagen hebben.
 
Om de toekomstige afbouw van het fiscale voordeel voor te zijn, is het afkopen van (een deel van) de resterende alimentatieplicht wellicht een oplossing. Hierbij is deskundig advies aan beide exen en een correcte vastlegging noodzakelijk.
 
Het is aan jou als adviseur om jouw klanten de komende periode goed te informeren over de gevolgen van de komende fiscale wijzigingen en waar mogelijk onnodige alimentatieprocedures te voorkomen.

1 Tarieven Belastingplan 2019

Paul Van Der Ploeg Dukers Baelemans
Paul P. van der Ploeg RFEA

Paul is directeur van Scheidingsexpert Nederland, lid van de parlementaire werkgroep kinder- en partneralimentatie en docent van de RFEA opleidingen van Dukers & Baelemans.

Delen: