Dukers Baelemans 7029 Gespiegeld
Terug naar het overzicht

Bankieren is net daten. Het gaat ook weleens mis.

Een bank-klantrelatie en een liefdesrelatie, eigenlijk zijn de verschillen niet zo groot. Eerst ga je daten. Je stelt vragen, leert elkaar kennen en spreekt verwachtingen uit. De relatie wordt serieus en iedereen lijkt gelukkig. Maar dan...

Net zoals bij een liefdesrelatie gaat het bij een bank-klantrelatie ook weleens mis. Voor banken is afscheid nemen van klanten een precair proces vanwege hun bijzondere positie in het maatschappelijk verkeer. Daarom zijn er in de aanloop naar een exit-traject een aantal zaken waar een Wwft-instelling zoals een bank rekening mee moet houden.

31-05-2022
Jeroen Stienstra
8 minuten

Van acceptatie naar afscheid

De hierboven geschetste privésituatie kan vrijwel een-op-een worden omgezet naar een bank-klantrelatie. De eerste dates kun je vergelijken met het inwinnen van informatie door een bank: de identificatie en verificatie. En het belangstellende vraaggesprek heeft alles te maken met het vormen van een klantbeeld. Op basis van het gevormde klantbeeld kent de bank de klant vervolgens een risicoklasse toe: laag, medium of hoog.

Maar dan….

Het kan voorkomen dat gedurende de bankrelatie de klant onacceptabel wordt. Aanleiding kan een strafrechtelijk onderzoek zijn. Of een vermoeden van witwassen en/of terrorismefinanciering door bepaalde transacties, terwijl daar bij de onboarding geen sprake van was. De bank gaat vragen stellen en start een hoor-wederhoor-traject. Helaas, ondanks herhaalde pogingen om de klant te bereiken, geeft deze niet thuis. Dan besluit de bank dat het tijd is om afscheid te nemen en de bank-klantrelatie te beëindigen.

Het exit-traject

Dat is echter nog niet zo eenvoudig. Het exit-traject is een precair proces met de nodige (juridische) haken en ogen. Wat is ervoor nodig om de bancaire klantrelatie te beëindigen?

Wettelijke grondslag klantbelang

Allereerst is daar het klantbelang. Bij de onboarding is de klant ingedeeld in de risicoklasse laag, medium of hoog. Van een hoogrisicoklant kan een bank niet zomaar afscheid nemen. Het belang van de klant om te handelen in het maatschappelijk verkeer weegt daarbij zwaar.

Het klantbelang is wettelijk vastgelegd voor particulieren. Op grond van de Wft heeft een natuurlijke persoon het recht om deel te nemen aan het economisch verkeer (Convenant Basisbetaalrekening). Zakelijke gebruikers hebben (nog) geen vergelijkbaar recht. Wel blijkt uit jurisprudentie dat het hebben van een bankrekening voor de uitoefening van het bedrijf zwaar weegt.

Van de bank wordt bovendien verwacht dat zij bepaalde maatregelen (zoals beheersafspraken) treft om de klantrelatie voor te zetten. Lukt dat niet, dan mag de bank op grond van de Wwft de klantrelatie opzeggen. Daarbij moet rekening worden gehouden met contractuele afspraken tussen klant en bank (opzeggingsbevoegdheid in Algemene Bankvoorwaarden), redelijk en billijkheid (artikel 248 Boek 6 BW).

Afwikkelplan

Net als bij een liefdesrelatie kan de (financiële) afwikkeling van een te beëindigen bank-klantrelatie een langdurig proces zijn. Een onacceptabel geworden klant kan immers nog een hypotheek of openstaand krediet hebben, waardoor een direct afscheid niet mogelijk is. De bank stelt dan een afwikkelplan op. Voor de naleving van de Wwft is het bovendien nodig om vast te leggen dat de bank bezig is om afscheid te nemen van de klant en dat er een afwikkelplan is opgesteld.

FIU-NL

Als er afscheid is genomen en de bank kan niet meer kan voldoen aan het cliëntenonderzoek, moet het einde van de relatie worden gemeld bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL). Heeft de bank vermoedens van witwassen en/of terrorismefinanciering, dan moet(en) ook de transactie(s) worden gemeld bij FIU-NL.

IVR/EVR registratie

Als de exit te maken heeft met een incident, bijvoorbeeld betrokkenheid bij (een poging tot) fraude bij de bank, dan meldt de bank dit in het interne verwijzingsregister (IVR). Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen opgenomen worden in dit register. Bij een ernstig incident komen dezelfde gegevens in het externe verwijzingsregister (EVR). De ernst van het incident is van invloed op de duur van de IVR/EVR-registratie. De maximale termijn is acht jaar.

Belangen van de klant versus de belangen van de bank

In veel bank-klantrelaties zal de balans moeten worden gezocht tussen enerzijds het recht op een (zakelijke) betaalrekening en anderzijds risicobeperkende afspraken. Dit voorbeeld van een saunaclub laat zien hoe dit in de praktijk kan uitwerken.

Of gespannen (liefdes)relaties in stand blijven? De tijd zal het leren. En zo niet? Dan is het aan de bank om met een goed afwikkelplan te komen, om uiteindelijk volledig afscheid te kunnen nemen van elkaar.

Jeroen Stienstra
Jeroen Stienstra

Jeroen Stienstra werkt als ervaren KYC/CDD/OSINT-professional voor Wwft-plichtige financiële instellingen.  Daarnaast ontwikkelt hij opleidingsmateriaal voor Dukers & Baelemans op het gebied van CDD/KYC.

Delen: